MICHAEL KATON @ ROB ORLEMANS - VENLO - 25/05/15

Artiest info
Michael Katon  
 

VENLO - 25/05/15

recensie @ ZAAL IRENE, VENLO - 25/05/15

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Michael Katon is een van de ruigste bluesrockers die op onze aardkloot rondloopt, hard, rauw, raspende stem en een gierende gitaar. Hij wordt wel de Boogieman from Hell genoemd (hij komt uit het dorpje Hell in de staat Michican USA!). Zijn muziek is een combinatie van moddervette blues en energieke rock 'n' roll die hij met een enorme gedrevenheid en zonder egotripperij speelt. Zijn Detroit boogie raakt letterlijk en figuurlijk de gevoelige snaar bij zowel blues- als hardrock liefhebbers. Rob Orlemans uit Tiel behoort tot de top van de Nederlandse bluesrock. Geïnspireerd door gitaristen als Jimi Hendrix, John Lee Hooker en Muddy Waters speelde hij vanaf zijn achttiende in bandsen bouwde hij met zijn band Half Past Midnight wereldwijd een grote fanschare op. Met zijn kenmerkende stijl wordt hij één van de beste blues-rock gitaristen genoemd. Zijn doorleefde stemgeluid en enerverende gitaarwerk is ieder optreden weer een ware happening. Naar aanleiding van de Knock Out Tour hadden we juist voor hun laatste concert in Venlo een gesprek met hen. Het is een speciaal project omdat er twee frontmannen tegelijkertijd op het podium staan. Het repertoire bestaat uit muziek van de twee gitaristen die elk hun eigen songs zingen.

Hallo, Rob en Michael, goede middag en bedankt dat jullie wat tijd wilden vrijmaken voor dit interview. (Michael wordt nog even weg geroepen, zodat we het interview beginnen met de Nederlander Rob Orlemans.)

De echte bluesrock liefhebbers kennen je natuurlijk, maar er zijn in België toch nog een pak mensen die Rob Orlemans niet kennen. Niemand kan dat beter vertellen als jijzelf.

Rob : Ik heb al wel een aantal keren in België gespeeld, maar zou er graag meer spelen. Ik ben Rob Orlemans en woon in Tielt, dat is in het midden van Nederland. Wat ik het liefste doe is optreden en gitaar spelen.

Op 25 mei 2013 verscheen je recentste album 'Highway To Love'. Vanwaar komt die titel Rob?

Rob : Eigenlijk toevallig. Zonder een boodschap te willen meegeven, heb ik toch deze titel gekozen. De titel is wel toepasselijk als je rondom kijkt en naar het nieuws luistert. Er is overal geruzie en oorlog. Op het album  staat trouwens een song met die titel en dat kwam ook goed uit.

Is dit het beste album dat je gemaakt hebt Rob?

Rob : Veel mensen zeggen me dat dit mijn beste werk is, maar ik heb de laatste tijd veel naar ouder werk van mij geluisterd en ik ben daar toch heel mooie songs tegen gekomen. Maar smaken verschillen en dat merk ik ook als ik recensies lees. Over nummers die ik het sterkste vind wordt nauwelijks geschreven en songs die ik minder  vind worden dan weer de hemel in geprezen. Maar van 'Highway Of Love' ben ik heel tevreden, zowel wat de nummers betreft,  als van de sound. Een eerlijke sound zonder veel knip en plakwerk.

Ze noemen je muziek bluesrock. Zelf vind ik er heel weinig blues in terug. Hoe noem jij zelf je muziek?

Rob: Hier deel ik je mening niet. Ik luister veel naar zwarte blues en als je goed op mijn gitaar werk let zal je merken dat ik bijna altijd bluesachtige licks speel.

Zelf vind ik er meer rock in terug.

Rob : Er zit natuurlijk ook rock bij. Maar de echte inspiratie komt toch van Howlin' Wolf, John Lee hooker, Muddy Waters en Jimmy Hendrix. Daarnaast haal ik ook inspiratie bij Alvin Lee, maar die haalde zijn inspiratie ook uit de zwarte muziek.

Nu je het toch over Alvin Lee hebt. Op 'Highway To Love' staat een nummer van hem, namelijk 'Hear Me Calling'. Het nummer draag je speciaal aan hem op. Had jij een speciale band met Alvin of is het een eerbetoon aan de gitarist Alvin Lee?

Rob : Ik kende hem wel en heb hem een paar keer ontmoet. 'Hear Me Calling' vond ik een geweldig sterk nummer en ik wilde het op mijn album. Het nummer was net af en toen ik daarna de studio uitliep sprak iemand mij aan en die vroeg of ik al wist of Alvin Lee dood was. Alvin Lee was gestorven op de dag dat ik zijn nummer aan het opnemen was en daarom vond ik het gepast om het nummer aan hem op te dragen.

Een paar van je gitaren zijn gemaakt door Ronald Rosenau. onder andere de ? Rose Foxy Baby and the Rose Foxy Laby Left handed (custom build by Ronald Rosenau). Wat maakt deze gitaren zo speciaal voor je?

Rob : Omdat die gitaren gebouwd zijn in onderling overleg. Het model was van Ronald en in de tijd dat ik bij Curtis Knight speelde, wilde ik een eigen gebouwde gitaar hebben. Ik geraakte in gesprek met Ronald en vertelde  hem wat er zeker op de gitaar moest zijn. Op een bepaald moment zei ik dat ik een tremelo wilde en dat wilde Ronald niet op zijn gitaar plaatsen. We geraakten in een discussie en dat stond mij wel aan. Het gaf aan  dat hij liefde voor zijn vak had en wist waar hij mee bezig was. Daarna heeft hij ook nog een gitaar voor me gemaakt met een soort Les Paul body en ook de sound gelijkt op elkaar. Daar heeft hij wel een tremelo opgezet. Maar de gitaren die Ronald Rosenau voor mij maakte, vooral die groene, zijn een beetje mijn handelsmerk geworden. Momenteel speel ik meer op andere gitaren, vooral op mijn allergrootste favoriet, de optische zwarte Les Paul. Daar heb ik veel herinneringen aan. Ik kreeg die in de tijd na heel wat gezeur van mijn vader. Ik vertelde hem dat mijn school resultaten beter zouden zijn als ik die gitaar had. Ik kreeg ze van hem, met de belofte dat als mijn eerstvolgende resultaten op school niet beter waren, hij de gitaar terug afnam. Mijn volgende rapport was door slecht en ik had de gitaar verstopt. Ik heb mijn vader nooit zo kwaad  gezien als toen. Hij vond ze uiteindelijk en zette ze op zijn kamer. Mijn vader kon nooit lang boos blijven, dus pakte in de volgende dag de gitaar uit zijn kamer en ik heb er niets meer van gehoord. Studeren vond mijn vader, net als alle ouders belangrijk. Maar mijn hoofd was altijd met muziek bezig, tijdens mijn examen in het laatste jaar moest ik met mijn band op een festival gaan spelen. We deelden de affiche samen met  Herman Brood. De tourbus stond buiten aan de school te wachten en ik zag ze staan door het raam van het lokaal waar ik mijn examens aan het maken was. Ik heb de examens toen niet afgemaakt en ben vertrokken naar dat festival. Gelukkig kreeg ik op school nog één kans en die heb ik wel met beide handen gegrepen. Ik was geslaagd en de weg voor de muziek lag open.

Ik las ergens dat je teksten heel belangrijk voor je zijn. Gaan de meeste teksten over zaken die jij hebt meegemaakt?

Rob : Ja, ik vind goede teksten heel belangrijk, maar het zijn zeker geen persoonlijke ervaringen waarover ik schrijf. Het gaat over zaken die ik hoor in de buurt of op café.
     
Je jamt regelmatig met bassist Barend Courbois en met gitarist Julian Sas (die trouwens op je cd meespeelt). Wat is je band met deze twee toppers.

Rob : Ik vind Barend een erg goede bassist en met hem jam ik regelmatig. Julian Sas is één van mijn beste vrienden. Wij praten samen veel over muziek en we nemen zijn albums op in mijn studio. Wij kunnen heel goed met elkaar overweg, maar we hebben nog niet samen op een podium gestaan. Misschien komt het er ooit wel van.

Hoe is deze tour met Michael Katon tot stand gekomen? Kennen jullie elkaar al lang?

Rob : Ik ken Michael Katon goed en hier en daar werd er al eens gesproken om samen met twee blues gitaristen op het podium te staan. Michael en ik hebben de daad bij het woord gevoegd en het bevalt mij en het publiek prima. Vandaag is het de laatste dag van de eerste gezamenlijke tour en we kijken tevreden terug. Ribs & Blues was het absoluut hoogtepunt.

Michael : Rob en ik kennen elkaar al langer. Hij heeft ook mijn vroegere albums. Op Culemborg blues 2009 kwamen we elkaar nog eens tegen, we stonden op dezelfde dag, op hetzelfde podium. Backstage hebben we toen lang met elkaar gepraat en het klikte heel goed tussen ons. Verleden jaar met Kerstmis belde Rob me of ik geen zin had in een tour samen met hem. Een promotor wilde twee bluesrock gitaristen op het podium.  De  gedachte was: If one is good, two must be better. Het concept zinde me wel en hier staan we dan Rob, ik en zijn band en ik heb het prima naar mijn zin.

Waarom kreeg deze tour de Knock-out boogie tour?

Michael : Daar is een simpele uitleg voor. Als je onze initialen neemt K van Katon en O van Orlemans dan krijg je KO. Ko is in een bokswedstrijd Knock Out. Dus leek voor ons beiden Knock Out Boogie tour een voortreffelijke naam.

Vandaag is het laatste concert van jullie kleine gezamenlijke tour.Hoe kijken jullie terug op deze tour?

Rob : Heel tevreden. Wij hebben ons geamuseerd en de reacties van het publiek waren overweldigend.

Michael : Het was leuk en er kwam veel energie vrij, het was een explosie. Op het Ribs & Blues Festival werd iedereen in de overvolle tent gek. Een geweldige ervaring.

Komt er een vervolg op deze knock out tour?

Michael : Normaal zou er in september een vervolg komen aan deze tour. Rob zit hardop ja te knikken. We hebben ons zelf erg goed geamuseerd en er is veel respons op onze optredens. Het publiek is razend enthousiast, dus beginnen we in september van dit jaar aan het vervolg van de Knock Out Boogie Tour.

Michael, jij hebt een nieuw album uit met de titel 'Live From Moulin Blues'. Ik heb het nog niet gehoord, maar kan jij ons al iets vertellen over dat live album?

Michael : Ik zal je een exemplaar meegeven. Het is het volledig optreden op het Moulin Blues Festival op 3 mei 2008. Ik was daar met Johnny Bee Badjanek op drums en Sid Cox op de basgitaar. Formidabele ritmesectie en heel goede vrienden. Het is een, Boogie Show From Hell.

Kom jij met je eigen band naar Nederland of België in de nabije toekomst?

Michael : Daar zijn momenteel toch geen plannen voor. Momenteel gaat al mijn aandacht uit naar het gezamenlijk project met mijn vriend Rob Orlemans.

Bedankt voor jullie tijd. Ik wens jullie veel succes toe met alles wat jullie in de toekomst nog gaan doen, te beginnen met een vet optreden.

Walter Vanheuckelom